Bescherming
Roza staat op het punt in bed te kruipen. Nog even het licht op de overloop uit doen. Dat is het moment dat ze het voelt; een angstaanjagende aanwezigheid. Het voelt alsof iemand fysiek naast haar staat, ze ziet hem alleen niet. Roza heeft wel vaker entiteiten om haar heen gevoeld, geen van hen bezorgde haar de angst die deze entiteit nu bij haar teweeg brengt.
Roza begint zich te focussen op haarzelf, plaatst zichzelf denkbeeldig in een grote witte ballon die haar helemaal omsluit, om zo beschermd te zijn. Hij is er nog steeds. Hoe krijgt Roza hem weg? Ze duwt de randen van de ballon verder van haar af, maakt hem groter, waardoor de entiteit minder ruimte krijgt. In haar gedachten dwingt ze hem naar buiten, het huis uit. Nu dat is gelukt, trekt ze visueel een schild over het huis. Zo eentje die trilt van kracht en alles eronder volledig beschermt. Roza houdt er niet van als entiteiten brutaalweg haar huis binnendringen, de plek waar ze zich veilig voelt.
Nu hij eenmaal buiten is, verdwijnt Roza’s angst. Hij is op veilige afstand. Nu staat hij buiten op de weg. Ineens is er weer ruimte voor gedachten in haar hoofd. Roza realiseert zich dat hij nieuwsgierig is naar haar! In gedachten verlaat ze haar lichaam, laat het achter in de witte ballon en gaat boven op de schoorsteen van het huis zitten. Ze is ook nieuwsgierig naar hem. Hij zegt echter niets, beantwoordt geen van haar vragen. Als Roza zich realiseert dat ze niets wijzer wordt, keert ze weer terug naar haar lichaam. En de entiteit verdwijnt.